De Nederlandse Diabetes Federatie (NDF) start met een project om de richtlijn Diabetische Voet praktisch beter uitvoerbaar te krijgen. Leden van de NDF signaleren namelijk dat de richtlijn uit 2017 nog praktische hobbels kent.
De praktische invulling van de richtlijn moet helpen om diabetische voetulcera vroegtijdig op te sporen en behandelen, door zowel patiënt als zorgverlener. Diabetische voetulcera zijn wondjes, veroorzaakt door beschadigingen aan de huid. Deze beschadigingen zijn het gevolg van verslechterde doorbloeding en beschadigde zenuwen, waardoor chronische wonden of verkleuringen niet op tijd worden opgemerkt.
Samenwerking
‘Veel gaat goed’, vertelt Corrine Brinkman, coördinator ontwikkeling en implementatie van de NDF, ‘maar na het raadplegen van de NDF-leden bleken er ook onderdelen beter te kunnen. Soms is de samenwerking tussen zorgprofessionals bijvoorbeeld niet helder, waardoor patiënten verwijzen niet altijd goed verloopt.’
Brinkman: ‘Voetproblemen tijdig signaleren lukt ook nog niet altijd. Verder is betere voorlichting aan patiënten zelf nodig over preventie en tijdig behandelen van voetproblemen. Tenslotte blijkt het in de praktijk nogal eens onduidelijk wat er van een multidisciplinair voetenteam verwacht kan worden en is de toegang tot deze teams niet overal in Nederland gelijk.’
Leidraad voor regionale zorgverleners
Met het project Multidisciplinaire samenwerkingsafspraken diabetische voetzorg wil NDF bijdragen aan verbetering. Het streven is om eind 2020 een leidraad klaar te hebben die zorgverleners helpt om regionale samenwerkingsafspraken te maken. Brinkman: ‘We verwijzen dan bijvoorbeeld naar concrete tools om in te zetten, afkomstig uit good practices.’
Daartoe is een multidisciplinaire werkgroep opgericht onder leiding van emeritus hoogleraar Huisartsgeneeskunde Theo Voorn. Eind april vindt de eerste van drie bijeenkomsten plaats. Brinkman: ‘Tijdens de bijeenkomsten wordt gezamenlijk bepaald welke verbeteringen prioriteit hebben en ligt de focus op het formuleren van oplossingen.’ Het project wordt mede mogelijk gemaakt door ProVoet, de brancheorganisatie voor de pedicure, en de Nederlandse Vereniging van Podotherapeuten (NVvP).
De werkgroep bestaat uit deskundigen vanuit Diabetesvereniging Nederland (DVN), Diabetes Huisartsen Advies Groep (DiHAG), Nederlandse Vereniging van Podotherapeuten (NVvP), Nederlandse Vereniging van Diabetes Podotherapeuten (NVvDP), Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland Diabetes (V&VN Diabetes), Nederlandse Internisten Vereniging, Diabeteskamer (NIV), Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen (VRA), Nederlandse Vereniging voor Vaatchirurgie (NVVV), ProVoet (Brancheorganisatie medisch pedicures), Orthopedische schoenmakers. Mogelijk worden gedurende het traject nog andere beroepsgroepen betrokken, te denken valt aan de verzorgenden verpleeghuizen of orthopedisch chirurgen.
Achtergrond
De in 2017 verschenen richtlijn Diabetische Voet beschrijft dat er in Nederland in 2015 minimaal 20.000 patiënten (bij geschatte prevalentie van 2 tot 3% van de totale diabetes mellitus populatie) met een voetulcus waren, waarbij bij ongeveer 15% van deze patiënten een amputatie van (een deel van) het been werd verricht. Deze ulcera hebben vaak een slechte genezingstendens met een genezingstijd van meestal twee tot vijf maanden, hebben intensieve behandeling nodig, gaan vaak gepaard met langdurige ziekenhuisopnames, en resulteren in verlies van mobiliteit en kwaliteit van leven. Zowel voor de patiënt als het zorgsysteem is de belasting groot. In één studie was deze kwaliteit van leven gelijk aan die van patiënten met een kleincellig longcarcinoom en de directe kosten van de behandeling van een voetulcus waren in Nederland in 2005 ongeveer 16.000 Euro.
Bij het ontstaan van een ulcus zijn meestal verschillende mechanismen gelijktijdig betrokken en een multidisciplinaire benadering is nodig om ulcera, amputaties, verlies van kwaliteit van leven en kosten te voorkomen. Een gestructureerde organisatie van de zorg, waarbij alle patiënten toegang hebben tot adequate voetzorg, is een tweede randvoorwaarde. Een geïntegreerde aanpak die bestaat uit vroege opsporing van een voet ‘at risk’, multidisciplinaire behandeling, aandacht voor educatie van zowel zorgverleners als de patiënt, en intensieve voetzorg, kan leiden tot een aanzienlijke reductie van het aantal amputaties. Zo nam bijvoorbeeld in Nederland het aantal amputaties in de periode 1991-2000 af met 34%, maar gebrek aan aandacht, kennis en vaardigheden bij zowel patiënt als zorgverlener leidt waarschijnlijk nog steeds tot onvoldoende preventie en zorg.
Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat vroegtijdige signalering van risicofactoren ernstige voetproblemen (inclusief amputatie) kan voorkomen. Multidisciplinaire samenwerking is daarbij essentieel; geeft op langere termijn gunstige resultaten voor de voet van een patiënt met diabetes en is kosteneffectief. Er zijn veel verschillende zorgprofessionals betrokken bij de preventie en behandeling van complicaties aan de onderste extremiteit bij mensen met diabetes. Het is daarom van groot belang om heldere afspraken te maken over hoe de zorg wordt vormgegeven en wat de taken en verantwoordelijkheden van iedere betrokken zorgprofessional zijn.