Uitgangsvraag
Wat kunnen we concluderen over voedingstherapie bij diabetes?
Toelichting
De doelstellingen van voedingstherapie bij diabetesbehandeling zijn:
- Inname of streven naar volwaardige voeding;
- Goede afstemming van voeding en bloedglucose verlagende medicatie.
- Beperken van acute klachten van hypo- en hyperglykemie.
- Handhaven of optimaliseren van een gezonde bloedglucosewaarden, gezond lichaamsgewicht en gezond lipidenprofiel.
- Preventie of uitstel van diabetes gerelateerde complicaties.
Voedingstherapie is een belangrijk onderdeel van het totale behandelplan voor alle mensen met diabetes type 1 en diabetes type 2 (R).
Voor mensen met (een hoog risico op) diabetes type 2 en overgewicht draagt gewichtsvermindering in belangrijke mate bij aan het optimaliseren van de diabetesinstelling (A).
Mensen met diabetes zouden individuele voedingstherapie moeten ontvangen, gegeven door een diëtist met optimale scholing en competenties (R).
Ook andere zorgverleners betrokken bij de voedingstherapie van mensen met diabetes dienen optimaal geschoold te zijn en te beschikken over competenties om deze zorg te leveren (R)
Intensieve insulinetherapie kan helpen micro-vasculaire complicaties zoals retinopathie en chronische nierschade te beperken (A).
Voor mensen met diabetes type 1 kan voorlichting over de werkingsprofielen van verschillende insulinepreparaten en het afstemmen van insuline op de hoeveelheid gebruikte koolhydraten verbeteringen opleveren voor glucoseregulatie (B).
Het monitoren van de totale hoeveelheid koolhydraten per maaltijd door rekenen of op basis van gedegen ervaringen van de persoon met diabetes type 1 is essentieel voor diabetesmanagement en heeft een sleutelrol bij het bereiken van een optimale diabetesregulatie (A).
Het rekenen met koolhydraten heeft een positief effect op de behandeluitkomsten van volwassenen en kinderen met diabetes type 1 (B).
Een bolusadviesfunctie (geïntegreerde functie in (continue) glucosemeter of insulinepomp) kan helpen een betere glucoseregulatie te verkrijgen (B).
De effectiviteit van voedingstherapie bij diabetes is het grootst indien gestart binnen zes maanden na diagnose (B).
Huisartsen, praktijkondersteuners, diëtisten, diabetesverpleegkundigen, internisten en leefstijlcoaches dienen met personen met diabetes een overeenkomstig behandelplan af te spreken (R).
Motivational Interviewing, cognitieve gedragstherapie of gedeelde besluitvorming zijn bewezen effectieve strategieën om het eetpatroon van mensen met diabetes type 2 aan te passen (B). Ook het 5A-model, Acceptance and Commitment Therapy, Health Counseling en psychologische interventies kunnen worden gebruikt om het eetpatroon van mensen met diabetes type 2 aan te passen (R).
Het getraind zijn in en goed toepassen van gesprekstechnieken op het gebied van gedragsverandering, waaronder op het gebied van voeding, is een voorwaarde voor het toepassen van leefstijlinterventieprogramma’s op dit gebied (R).
Het doen van zelfcontrole geeft inzicht in het effect van voeding op de glucoseregulatie en draagt daarmee bij aan zelfmanagement van diabetes (C).