Uitgangsvraag
Wat is het effect van een plantaardig, vegetarisch of veganistisch voedingspatroon voor het risico op en de behandeling van diabetes?
Aanbevelingen
- Door de algemene gezondheidsvoordelen kan een vegetarisch voedingspatroon of het verlagen van de vleesconsumptie een goede optie zijn voor mensen met (een hoog risico op) diabetes type 2 die hun voedingspatroon willen verbeteren (A).
- Vanwege het gebrek aan bewijs wordt een veganistisch voedingspatroon voor mensen met diabetes type 1 of 2 niet aanbevolen (R).
- Voor mensen met diabetes type 1 zijn de effecten van een vegetarisch of veganistisch voedingspatroon niet goed onderzocht. Op individueel niveau kan een vegetarisch voedingspatroon worden overwogen, maar het wordt niet standaard aanbevolen (R).
- Verwijs door naar de diëtist voor adequate begeleiding bij een vegetarisch of veganistisch voedingspatroon (R).
- Bespreek goed dat ook bij een vegetarisch voedingspatroon de kwaliteit van de voeding belangrijk is. Hoewel suikerhoudende dranken, geraffineerde granen en gefrituurd voedsel ook vegetarisch kunnen zijn, zijn deze producten niet gezond (R).
- Wanneer iemand een vegetarisch voedingspatroon wil aanhouden, bespreek dan goed de voor- en nadelen, samen met andere opties om het voedingspatroon aan te passen (R).
- Adviseer bij het gebruik van een vegetarisch voedingspatroon om gebruik te maken van vleesvervangers met weinig zout en zonder toegevoegd suiker en op basis van ei, peulvruchten, soja, noten, pitten, groente, ongeraffineerde graanproducten en zuivel, om tekorten aan eiwit, ijzer, vitamine B1 en vitamine B12 te voorkomen (R).
- Adviseer mensen die een veganistisch voedingspatroon aanhouden om vitamine B12 te suppleren. Gebruik nooit supplementen met meer dan 100% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (R).
Toelichting
Bij een vegetarisch voedingspatroon wordt geen vlees of vis gebruikt. Daarnaast wordt er onderscheid gemaakt in verschillende type vegetarische voedingspatronen. Een voedingspatroon waarbij iemand geen vlees en vis eet, maar wel ei en zuivel, wordt (lacto-ovo-) vegetarisch genoemd. Een voedingspatroon zonder vlees, maar met vis, wordt pescotarisch genoemd. Worden er helemaal geen dierlijke producten gebruikt, dan hanteert men een veganistisch voedingspatroon. Mensen die op sommige dagen geen vlees gebruiken, worden flexitariërs genoemd.
Aanvullende vragen – update 2023
Zijn er nieuwe inzichten over meer plantaardige voedingspatronen, zoals vegetarische en veganistische patronen, voor mensen met diabetes?
Zoals ook in de huidige NDF-voedingsrichtlijn staat omschreven, worden in verschillende onderzoeken gunstige effecten van vegetarische voedingspatronen bij mensen met diabetes beschreven. Ook recente onderzoeken rapporteren verlagingen van HbA1c, nuchtere plasmaglucose, LDL-cholesterol, non-HDL-cholesterol, lichaamsgewicht, BMI en middelomtrek bij mensen met diabetes [31]. Bewijs uit grote prospectieve cohortstudies toont aan dat vegetarische voedingspatronen geassocieerd zijn met een lager risico op hart- en vaatziekten [27].
De nieuwste richtlijn van de European Society for Cardiology (ESC) adviseert voor mensen met hart- en vaatziekten én diabetes om een Mediterraan of plantaardig voedingspatroon aan te houden waar veel onverzadigde vetten in zitten [32].
Is er een bepaalde verhouding dierlijk en plantaardig eiwit aan te raden voor mensen met diabetes?
In de EASD richtlijnen wordt omschreven dat er onvoldoende bewijs is om een bepaalde hoeveelheid dierlijke of plantaardige eiwitten te kunnen aanbevelen. Bij voedingspatronen die uit veel dierlijke eiwitten bestaan, is de inname van verzadigd vet vaak ook hoog, wat het risico op hart- en vaatziekten kan verhogen. Bij voedingspatronen met veel eiwitten uit plantaardige bronnen zien we juist lagere cholesterol- en bloedglucoseconcentraties terug [27].
Wat is het effect van plantaardige eiwitten op de nierfunctie van mensen met diabetes?
Er zijn geen onderzoeken waarbij eiwitten uit verschillende bronnen in relatie tot de nierfunctie wordt onderzocht bij mensen met diabetes. Uit onderzoek bij mensen zonder diabetes weten we dat een ongezond voedingspatroon met een groot aandeel rood vlees samen gaat met een slechtere nierfunctie. Mensen die juist veel plantaardig eten, hebben een lager risico op chronische nierziekten.
Bij 1630 mensen uit Teheran was het risico op chronische nierziekte zo’n 70% lager (95% CI 0,15 tot 0,55) bij mensen met een hoge plantaardige eiwitinname ten opzichte van de mensen met de laagste inname plantaardige eiwitten, terwijl dat verband niet werd gevonden voor totale eiwitinname of eiwitten uit dierlijke bronnen [33]. Wanneer mensen met diabetes minder rood vlees binnenkrijgen, daalt ook de albumine-excretie in de urine [34].
Wat is de aanbeveling over vleesvervangers?
Er is geen onderzoek gedaan naar specifieke vleesvervangers bij diabetes. Wel staat in bijvoorbeeld de nieuwe Europese richtlijn dat het belangrijk is om vooral plantaardige producten te eten die niet of nauwelijks bewerkt zijn, zoals volkoren granen, groenten, fruit, peulvruchten, noten en zaden [27]. Dit is in lijn met de aanbeveling uit de NDF-richtlijn van 2020 om bij een vegetarisch voedingspatroon gebruik te maken van vleesvervangers op basis van ei, peulvruchten, soja, noten, pitten, groente, ongeraffineerde graanproducten en zuivel, om tekorten aan eiwit, ijzer, vitamine B1 en vitamine B12 te voorkomen.
Bewijs - risico op en behandeling van diabetes
Een vegetarisch of veganistisch voedingspatroon en het risico op diabetes type 2 Het volgen van een vegetarisch voedingspatroon is geassocieerd met een lager risico op het ontwikkelen van diabetes type 2 in vergelijking met een voedingspatroon dat wel vlees bevat [442-225]. Ook bij mensen die een veganistisch voedingspatroon volgen lijkt diabetes type 2 minder voor te komen dan bij mensen die wel vlees gebruiken [445].
Vegetarisch of veganistisch voedingspatroon en de behandeling van diabetes type 1
Er is zeer weinig onderzoek naar het effect van een vegetarisch of veganistisch voedingspatroon bij mensen met diabetes type 1. Een Finse cohortstudie laat de verschillen zien tussen mensen met diabetes type 1 die een vegetarisch, lactosevrij, eiwitbeperkt of glutenvrij voedingspatroon aanhouden. Mensen die één van deze voedingspatronen aanhielden, voldeden minder vaak aan de voedingsnormen dan mensen die geen speciaal voedingspatroon volgden [446]. De mensen die een vegetarisch dieet volgden, hadden in deze studie geen andere cholesterol- of lipidenwaarden dan de mensen die geen speciaal dieet volgden [446].
Vegetarisch of veganistisch voedingspatroon en de behandeling van diabetes type 2
Uit verschillende meta-analyses van RCTs komt naar voren dat mensen met diabetes type 2 die vegetarisch eten een lager HbA1c en nuchtere glucose hebben dan mensen die wel vlees eten [296, 447]. Ook is dit voedingspatroon geassocieerd met een gunstiger lipidenprofiel en lager risico op hart- en vaatziekten bij mensen met diabetes type 2 [399, 448]. Wanneer het vegetarische voedingspatroon wordt vergeleken met andere voedingspatronen, blijkt dat dit eetpatroon voor mensen met diabetes type 2 het meest gunstig is voor het LDL-cholesterol, maar zijn andere voedingspatronen, zoals een mediterraan, vet- of koolhydraatbeperkt voedingspatroon, gunstiger voor het HDL-cholesterol [399].
Van bewijs naar aanbeveling
Bij een vegetarisch eetpatroon wordt het dierlijk eiwit in de voeding vervangen door plantaardig eiwit. In observationele studies wordt een hoge inname van dierlijk eiwit en totaaleiwit geassocieerd met een hoger risico op diabetes type 2 en een hoog aandeel van plantaardig eiwit in de voeding juist geassocieerd met een lager risico op diabetes type 2 [146, 147].
Net als bij de algemene bevolking is het volgen van een vegetarisch voedingspatroon veilig, maar verdient de inname van ijzer, vitamine B1, B2, vitamine B12 en calcium extra aandacht. Aan vlees- en zuivelvervangers worden deze vitamines en mineralen vaak toegevoegd. In het algemeen wordt suppletie van vitamine B12 aangeraden bij het algeheel vermijden van dierlijke producten [449]. Mensen die metformine gebruiken hebben een verhoogd risico op een vitamine B12-tekort [196]. Hoe dit zich ontwikkelt bij mensen met diabetes die plantaardig eten, is niet onderzocht.
Er komen steeds meer vervangende producten die in plaats van vlees kunnen worden gebruikt op de markt. Deze varianten kunnen soms meer koolhydraten bevatten dan het product dat ze vervangen. Bewerkte vleesvervangers bevatten daarnaast soms veel toegevoegd zout en suiker.
Achtergrondinformatie
Adviezen uit andere richtlijnen
Nederland Gezondheidsraad 2015 | De commissie concludeert dat een vegetarische voeding de systolische bloeddruk verlaagt ten opzichte van een omnivore voeding. De bewijskracht voor deze bevinding is groot. |
Nederlandse Diabetes Federatie 2015 |
Studies bij mensen met diabetes type 2 met een veganistisch dieet met een laag vetgehalte laten in vergelijking met een conventioneel Westers voedingspatroon geen duidelijke verbeteringen zien voor glucosewaarden, tenzij er sprake is van energiebeperking en gewichtsverlies. Bij mensen met diabetes type 2 laat een vegetarisch voedingspatroon verbeteringen zien op insulineresistentie en oxidatieve stress. Bij mensen met een vegetarisch voedingspatroon is een lagere prevalentie van diabetes type 2 waargenomen. |
Nederland Voedingscentrum 2018 | Je kunt prima eten met minder of zonder vlees, als je andere producten neemt met voldoende eiwit, ijzer, vitamine B1 en vitamine B12. |
Verenigde Staten American Diabetes Association 2017 |
Een vegetarisch of veganistisch dieet is geassocieerd met een lager risico op diabetes type 2, reductie van HbA1c, gewichtsverlies en lagere LDL-cholesterol en non-HDL-cholesterol. |
Canada Diabetes Canada 2018 |
Een vegetarisch dieet is een van de diëten die goed kan werken voor mensen met diabetes. Er is wel een risico op lage vitamine B12 inname. |
Verenigd Koninkrijk Diabetes UK 2018 |
Een vegetarisch dieet, gebaseerd op onbewerkte voedingsmiddelen, kan voor iedereen veel gezondheidsvoordelen bieden, of u nu diabetes hebt of niet. |
Australië Diabetes Association of Australia 2018 |
Een vegetarisch of veganistisch voedingspatroon kan het risico op diabetes type 2 verlagen. |
Resultaten literatuur
Vegetarische/veganistische voedingspatronen en het risico op diabetes type 2
- De meta-analyse van Neuenschwander (2019) geeft een lager risico voor diabetes bij vegetariërs versus niet-vegetariërs (SHR 0,67; 95%CI: 0,54 tot 0,84; lage kwaliteit bewijs [24].
- De meta-analyse van Lee (2017) gaf op basis van observationele studies een lager risico op diabetes type 2 voor vegetariërs versus niet-vegetariërs (OR: 0,73; 95%CI: 0,61 tot 0,87) [442].
Recente cohortstudies die daarin niet worden meegenomen:
- De cohortstudie van Chiu (2018) geeft aan dat het volgen van een vegetarisch dieet geassocieerd is met een 35% lager risico op diabetes type 2 (HR: 0,65, 95%CI: 0,46 tot 0,92) [443].
- De cohortstudie van Malik (2016) geeft een verband aan tussen hoge consumptie van dierlijke eiwitten en een hoger risico op diabetes type 2 (HR: 13%; 95%CI: 6 tot 21). Voor hoge consumptie van plantaardig eiwit werd juist een lager risico gevonden (HR: 0,91; 95%CI: 0,84 tot 0,98) [444].
- De cohortstudie van Tonstad (2013) laat zien dat het risico op diabetes type 2 lager ligt bij vegetariërs (OR 0,62; 95%CI: 0,50-0,76) en veganisten (OR: 0,38; 95%CI: 0,24 tot 0,62) in vergelijking met mensen die wel vlees eten [445].
Vegetarische/veganistische voedingspatronen en de behandeling van diabetes type 2
- De netwerk-meta-analyse van Neuenschwander (2019) vergelijkt meerdere diëten bij mensen met diabetes en laat zien dat het vegetarische dieet voor een gunstiger effect op LDL-cholesterol zorgt dan een vetbeperkt (MD -0,23 mmol/l; 95%CI: -0,40 tot -0,06), eiwitrijk (MD -0,31 mmol/l; 95%CI: -0,53 tot -0,09), koolhydraatbeperkt (MD -0,29 mmol/l; 95%CI: -0,52 tot -0,06) en controledieet (MD -0,33 mmol/l; 95%CI: -0,55 tot -0,12). Voor HDL-cholesterol waren veel eetpatronen gunstiger dan het vegetarische eetpatroon. De verschillen tussen een vegetarisch eetpatroon en mediterraan (MD -0,17 mmol/l; 95%CI: -0,23 tot -0,10), gemiddeld koolhydraatbeperkt (-0,09 mmol/l; 95%CI: -0,15 tot -0,02, vetbeperkt (MD -0,08 mmol/l; 95%CI: -0,13 tot -0,06, koolhydraatbeperkt (MD -0,13 mmol/l; 95%CI: -0,20 tot -0,06) en controledieet (MD -0,07 mmol/l; 95%CI: -0,14 tot− 0,01) waren significant. De triglyceridewaarden verschilden niet significant. Het vegetarische eetpatroon scoorde het beste voor verbeteringen in LDL-cholesterol (SUCRA 88%), maar het slechtste voor HDL-cholesterol (SUCRA 3%). Voor triglyceriden en alle parameters samen scoorde het dieet gemiddeld (30% voor TG en 40% voor combinatie van HDL, LDL en TG) [399].
- De meta-analyse van Viguiliouk (2019) van RCTs laat positieve effecten zien voor HbA1c (MD = −0,29%; 95%CI: −0,45 tot −0,12 [3 mmol/mol; 95%CI: 5 tot 1], P = 0,0006, I2=14%) en nuchtere bloedglucose (MD = −0,56 mmol/l; 95%CI: −0,99 tot −0,13 mmol/l; P = 0,01) bij vegetariërs met type 1 en 2 diabetes in vergelijking met diëten met vlees. Ook voor LDL- en niet-LDL-cholesterol werden verbeteringen gezien, net als voor gewicht. De kwaliteit van het bewijs varieert van laag tot redelijk [296].
- De meta-analyse van Yokayama (2014) van gecontroleerde interventies laat zien dat het aanhouden van een vegetarisch dieet voor mensen met diabetes geassocieerd is met een significante vermindering van HbA1c (-0,39 procentpunt; 95%CI: -0,62 tot -0,15; P = 0,001; I2 = 3,0), en een niet-significante vermindering van de nuchtere bloedglucoseconcentratie (-0,36 mmol/l; 95%CI: -1,04 tot 0,32; P = 0,301; I2=0) vergeleken met andere diëten [447].
RCT die hierin niet werd meegenomen:
- De RCT van Barnard (2006) concludeerde dat een veganistisch dieet voor mensen met diabetes type 2 voor een grotere verbetering in glykemische parameters en cardiovasculaire risicoprofiel zorgt dan een dieet volgens de ADA-richtlijnen [448].
Vegetarische/veganistische voedingspatronen en de behandeling van diabetes type 1
- De cohortstudie van Ahola (2018) laat zien dat in een groep van bijna 1500 Finse mensen met diabetes type 1, 7,0% een vegetarisch voedingspatroon aanhield. Van deze groep voldeed 6,6% aan de Finse voedingsrichtlijnen, tegenover 64,7% bij mensen die geen speciaal eetpatroon aanhielden [446].