Uitgangsvraag
Wat is het effect van verzadigde en onverzadigde vetzuren bij het risico op en de behandeling van diabetes?
Aanbevelingen
- Adviseer om in het algemeen de inname van producten die verzadigd vet bevatten te beperken en te vervangen door producten met enkelvoudig of meervoudig onverzadigde vetzuren (A).
- Adviseer om de inname van producten die transvet bevatten te beperken en te vervangen door producten met enkelvoudig of meervoudig onverzadigde vetzuren (R).
Toelichting
Verzadigd vet komt vooral veel voor in dierlijke producten, zoals rood vlees, volle melkproducten, roomboter en volvette kaas (48+). Ook in sommige plantaardige producten zoals kokosvet en palmolie zit veel verzadigd vet. Verzadigde vetzuren verhogen het totale en LDL-cholesterol [110], hoewel individuele vetzuren binnen deze groep mogelijk verschillende effecten hebben [111, 112]. Uit een recente Cochrane review komt naar voren dat wanneer verzadigde vetzuren in de voeding worden vervangen door (meervoudig) onverzadigde vetzuren, het LDL-cholesterol en het cardiovasculair risico dalen [113]. Ook het totale cholesterolgehalte daalt, maar het HDL-cholesterol werd niet beïnvloed [113]. Het vervangen van verzadigd vet door koolhydraten heeft een neutraal effect op het risico van hart- en vaatziekten [113], hoewel vervanging door ongeraffineerde koolhydraten een gunstiger verband laat zien dan vervanging door geraffineerde koolhydraten [114].
Transvetzuren
Transvet heeft een nadelig effect op de gezondheid. Transvetten verhogen het LDL-cholesterol en verlagen het HDL-cholesterol, waarmee het risico op hart- en vaatziekten stijgt [110, 115]. Producten die transvet bevatten moet daarom zo veel mogelijk worden vermeden, zoals harde margarines, bak-, braad- en frituurvetten en gebak, koek en snacks. Zuivel en vleesproducten bevatten van nature transvetten, maar in hele lage hoeveelheden. Omdat deze producten daarnaast ook veel gezonde nutriënten bevatten, stelt de Gezondheidsraad dat men deze producten niet hoeft te vermijden [116].
Boter
Roomboter bestaat voor ongeveer de helft uit verzadigd vet (>50g/100g). Naast verzadigd vet bevat boter ook transvet (ongeveer 1,5 gram/100gram). Vloeibare zuivelproducten en kaas bevatten veel minder transvetzuren dan roomboter. Margarine, halvarine en bereidingsvetten waarin roomboter is verwerkt bevatten allemaal wisselende gehaltes verzadigd, onverzadigd vet en transvet.
De vetzuursamenstelling is afhankelijk van de hoeveelheden dierlijk, plantaardig en gehard vet. Plantaardige vetten en oliën bevatten meer onverzadigde vetzuren dan vetten en oliën van dierlijke bronnen.
Bewijs - risico op en behandeling van diabetes
Verzadigde en onverzadigde vetzuren en de behandeling van diabetes
Er zijn aanwijzingen dat het effect op cardiovasculair risico verschilt per type verzadigd vetzuur [120, 125]. Daarnaast bestaan voedingsmiddelen altijd uit meerdere nutriënten en niet enkel uit verzadigd vet. Het is daarom wellicht onterecht om het gebruik van alle producten met verzadigde vetten af te raden enkel op basis van dit criterium [125].
Er is echter onvoldoende bewijs om te kunnen zeggen welke verzadigde vetzuren minder ongezond zouden zijn. Het vervangen van verzadigd vet door onverzadigd vet zorgt in ieder geval voor een verbetering in het cardiovasculair risicoprofiel [113], maar kan ook de insulinegevoeligheid en het HbA1c van mensen met diabetes verbeteren [31]. Om die reden wordt geadviseerd om zo veel mogelijk verzadigde vetzuren te vervangen door onverzadigde vetzuren.
Achtergrondinformatie
Resultaten literatuur
Verzadigde vetzuren en het risico op diabetes type 2
- De umbrella-review van Neuenschwander (2019) rapporteert ook over het verband tussen verzadigde vetzuren en het risico op diabetes type 2, op basis van de meta-analyse van de Souza (2015)[120]. Er was geen significant verschil in risico op diabetes type 2 tussen mensen met een hoge of lage inname (niet gespecificeerd) aan verzadigde vetzuren (SHR: 0,95; 95%CI: 0,88 tot 1,03). De kwaliteit van bewijs was zeer laag [24].
- De meta-analyse van Imamura (2018) laat zien dat hoge bloedwaarden van bepaalde verzadigde zuivelvetzuren werd geassocieerd met een lager risico voor diabetes type 2. De hazard ratio’s per vetzuur wanneer het 90e en 10e percentiel werden vergeleken waren voor 15:0, HR: 0,80 (0,73-0,87); voor 17:0 HR:0,65 (0,59-0,72); voor t16:1n7, HR:0,82 (0,70-0,96); en voor hun som, HR:0,71 (0,63-0,79)[125].
- In de meta-analyse van de Souza (2015) komt naar voren dat verzadigd vet niet is geassocieerd met het risico op diabetes type 2 (RR: 0,95; 95%CI: 0,88 tot 1,03). Ook transvetzuren laten geen associatie zien met diabetes type 2 (RR:1.10, 0,95 tot 1.27). Dierlijk trans-palmitoleic acid (16:1∆) gaf een inverse associatie aan met diabetes risico (RR:0,58, 0,46 tot 0,74). De kwaliteit van het bewijs is zeer laag[120].
Onverzadigde vetzuren en het risico op diabetes type 2
- De Cochrane review en meta-analyse van Brown (2019) geeft op basis van RCTs aan het verband tussen de inname van supplementen met omega 3-vetzuren en de incidentie van diabetes type 2 beperkt is (RR: 1,00; 95%CI: 0,85 tot 1,17). Ook voor HbA1c (MD −0,02%; 95%CI: −0,07% tot 0,04% [-0,2 mmol/mol; 95%CI: -0,8 tot -0,4]) plasma glucose (MD: 0,04; 95%CI: 0,02 tot 0,07 mmol/l), en HOMA-IR (MD: 0,06; 95%CI: −0,21 tot 0,33) werd geen significant verband gevondent [126 a].
- Uit de meta-analyse van Merino (2019) komt naar voren dat een hogere inname van meervoudig onverzadigd vet (PUFA) en omega 6-vetzuren in plaats van koolhydraten wordt geassocieerd met een lager risico op diabetes type 2, met hazard ratio’s van 0,90 voor PUFA (0,82 tot 0,98; I2 = 18,0%, τ2 = 0,006; per 5% van energie) en 0,99 voor omega 6-vetzuren (0,97 tot 1,00; I2 = 58,8%, τ2 = 0,001; per gram per dag). Een hoge inname van enkelvoudig onverzadigd vet in plaats van koolhydraten werd juist geassocieerd met een hoger risico op diabetes type 2 (HR: 1,10; 95%CI: 1,01 tot 1,19; I2 = 25,9%; τ2 = 0,006; per 5% energie)[124].
Olie en vetbronnen en het risico op diabetes type 2
- De meta-analyse van Schwingshackl (2017) naar cohortstudies en RCTS laat zien dat mensen met zeer hoge inname van olijfolie een lager risico hebben op het krijgen van diabetes type 2 in vergelijking met mensen die een lagere inname hebben (RR: 0,84; 95%CI: 0,77, 0,92). De dosis-respons analyse laat zien dat iedere 10g olijfolie per dag het risico op diabetes type 2 met 9% doet afnemen (RR: 0,91; 95%CI: 0,87–0,95; P<0,01; I2=0%) [121].
- De meta-analyse van Pimpin (2016) laat zien dat de inname van boter een neutrale tot inverse associatie geeft met diabetes risico (RR = 0,96; 95%CI: = 0,93 tot 0,99; P = 0,021). 95%CI: 95%CI: 95%CI: 95%CI: [122].
- De cohortstudie van Ericson (2015) geeft vergeleek de inname van volvette zuivelproducten met reguliere varianten in een Zweeds cohort van meer dan 26000 individuen. De inname van volvette zuivel was geassocieerd met een lager risico op diabetes type 2 (HR: 0,77; 95%CI: 0,68 tot 0,87; P-trend <0,001). Innames van zowel vetrijk vlees (P-trend = 0,04) als vetarm vlees (P-trend <0,001) gingen gepaard met een verhoogd risico. Er werd geen significant verband waargenomen tussen het totale vetgehalte in de voeding en het risico op diabetes type 2 (P-trend = 0,24), maar de inname van verzadigde vetzuren met 4-10 koolstofatomen, laurinezuur (12: 0) en myristinezuur (14: 0) waren geassocieerd met een verlaagd risico (P-trend <0,01)[123].
Vetten en de behandeling van diabetes
Verzadigde vetzuren bij de behandeling van diabetes
- De Cochrane review van Hooper (2020) geeft op basis van 13 RCTs bij mensen zonder diabetes aan dat het verlagen van het verzadigd vet in de voeding het risico op cardiovasculaire events verlaagt (RR 0,79; 95%CI: 0,99 tot 0,93). Hoe minder verzadigd vet in de voeding, hoe lager het risico op cardiovasculaire events. Subgroepanalyses lieten zien dat het niet uitmaakt of het verzadigd vet wordt vervangen door meervoudig onverzadigd vet of koolhydraten[113].
Onverzadigde vetzuren bij de behandeling van diabetes
- De meta-analyse van Schwingshackl (2017) laat zien dat bij mensen met diabetes type 2 een interventie met olijfolie (2 tot 120 gram per dag) in vergelijking met een vetbeperkt dieet kan leiden tot verlaging van HbA1c (MD: -0,27%; 95%CI: -0,37 tot -0,17 [-3 mmol/mol; 95%CI: -4 tot -1,9]) en nuchtere bloedglucose (MD: -0,44 mmol/l; 95%CI: -0,66, -0,22)[121].
- In de meta-analyse van Imamura (2016) op basis van RCTs komt naar voren dat het iedere 5 energie-% verzadigd vetzuren die wordt vervangen door meervoudig onverzadigde vetzuren een verlagend effect heeft op de nuchtere bloedglucosespiegel, voornamelijk bij mensen met diabetes type 2 (-0,04 mmo/l; 95%CI: -0,07 tot -0,01; p <0,05). Ook voor HbA1c werd een verlaging gevonden (-0,15%; 95%CI: -0,23 tot -0,06 [-1,6 mmol/mol; 95%CI: -2,5 tot -0,7]; p<0,001), en voor HOMA-IR (-4,1% verandering; 95%CI: -6,4 tot -1,6; p<0,05). Voor iedere 5 energie-% verzadigde vetzuren die werd vervangen door enkelvoudig onverzadigde vetzuren werd ook een gunstig effect gevonden op HbA1c en HOMA-IR (-0,12%; 95%CI: -0,19 tot -0,05 [-1,3 mmol/mol; 95%CI: -2,1 tot -0,5]; p<0,001 voor HbA1c en -3,1% verandering; 95%CI: -5,8 tot -0,4; p<0,01, voor HOMA-IR). De nuchtere insuline was significant gestegen (1,2 pmol/l; 95%CI: 0,6 tot 1,8; p<0,001) [31].
- De meta-analyse van Jovanovski (2017) laat zien dat in vergelijking met een controledieet, een ALA-suppletie van 4,4 gram per dag voor 3 maanden geen effect heeft op HbA1c of nuchtere bloedglucose bij mensen met diabetes type 2[129].
- 95%CI95%CIDe meta-analyse van Lin (2016) laat zien dat suppletie van omega 3-vetzuren bij mensen met diabetes type 2 zorgt voor een reductie in CRP (SMD: 1,90; 95%CI: 0,64 tot 3,16). Het effect op harde uitkomstmaten is onduidelijk[132].
- De meta-analyse van Chen (2015) laat zien dat suppletie van omega 3-vetzuren bij mensen met diabetes type 2 zorgt voor een reductie in triglyceriden van 0,24mmol/l. Er werd geen duidelijke verandering in totaalcholesterol, HbA1c, nuchtere plasmaglucose, postprandiale plasmaglucose, BMI of lichaamsgewicht waargenomen[128].