Uitgangsvraag
Wat is het effect van de glykemische index bij het risico op en de behandeling van diabetes?
Aanbevelingen
- Vervang producten met een hoge glykemische index door producten met een lage glykemische index (A)
- Bij diabetesdieetadvisering kan uitleg gegeven worden over de glykemische index, maar in de praktijk blijkt de glykemische index moeilijk toe te passen (R)
- Wanneer gebruik wordt gemaakt van de toepassing van de glykemische index, dient er rekening te worden gehouden met de hoeveelheid en het soort voedingsmiddel, de bereidingswijze en samenstelling van de maaltijd en de maagledigingssnelheid (beïnvloed door onder meer vochtgebruik bij de maaltijd en eventuele autonome neuropathie) (R)
Toelichting
De glykemische index (GI) is een manier om voedingsmiddelen te rangschikken op basis van glucoserespons. De GI wordt gedefinieerd als de stijging van de glucosespiegel gedurende twee uur na de consumptie van 50 gram koolhydraten. Dit wordt vervolgens uitgedrukt als percentage ten opzichte van witbrood of glucose. Een voedingsmiddel met een lage GI (<55) leidt tot een langzame en minder hoge stijging van de glucosespiegel. Een voedingsmiddel met een hoge GI (>70) geeft een snellere en hogere stijging van de glucosespiegel[28].
Bij diabetesdieetadvisering kan uitleg gegeven worden over de GI, maar goede interpretatie van de GI is complex. Zo worden er verschillende definities en berekeningen gehanteerd, waardoor het onduidelijk is wat de glykemische index van sommige producten precies is. Daarnaast wordt het effect op de glucosespiegel beïnvloed door de bereiding van producten, de combinatie met andere voedingsmiddelen waarin het wordt gegeten, maar ook door verschillen tussen personen.
Vetrijke producten
Vetrijke producten hebben over het algemeen een lage glykemische index. Het is bekend dat vetrijke producten met koolhydraten wel kunnen zorgen voor een (kleine) piek in glucosespiegel die laat na de maaltijd nog kan optreden [144] De respons blijkt echter per persoon te verschillen [29]. Om bij mensen die insulinegebruiken een stijging in bloedglucosespiegel te voorkomen, kan de hoeveelheid insuline voorzichtig worden verhoogd wanneer een vetrijke maaltijd, die ook koolhydraten bevat, wordt genuttigd [60]. Nauwkeurige monitoring van de glucosespiegel wordt dan aanbevolen [29, 60]. Er is echter niet voldoende bewijs om te kunnen bepalen hoe de insulinedosering het beste kan worden aangepast aan de hoeveelheid vetten in de maaltijd [29].
Glykemische last
De GI gaat uit van gemiddelden bij blootstelling van 50 gram van een bepaald voedingsmiddel. Het is daarom lastig om deze maat in de praktijk toe te passen. Bij de glycemic load of glykemische last (GL) wordt ook rekening gehouden met de hoeveelheid koolhydraten die gegeten wordt. De GL is als volgt te berekenen: GL = (hoeveelheid koolhydraat in een portie*GI)/100. Een hoge GL is groter of gelijk aan 20; een lage GL is kleiner of gelijk aan 10[28].
Bewijs - risico op en behandeling van diabetes
Glykemische index en het risico op diabetes type 2
Meta-analyses van cohortstudies geven aan dat mensen die veel producten eten met een hoge glykemische index een hoger risico hebben op diabetes type 2 [33, 34]. Ook voor een hoge glykemische load wordt een associatie met een hoger risico op diabetes type 2 gevonden[33-35].
Glykemische index en de behandeling van diabetes
Een recente meta-analyse van RCTs geeft aan dat voeding met een lagere glykemische index (54 tot 77) kan zorgen voor een verbetering in HbA1c en nuchter glucose bij mensen met diabetes type 2 in vergelijking met een voedingspatroon met een hogere glykemische index (63 tot 83) [48]. Een andere meta-analyse neemt ook RCTs mee waarin mensen met diabetes type 1 werden geïncludeerd[49]. Ook uit deze analyse komt naar voren dat voedingspatronen waarin veel producten een lage GI hebben voor verbeteringen in HbA1c kunnen zorgen[49].
Achtergrondinformatie
Resultaten literatuur
- De meta-analyse van RCTs van Ojo (2018) laat zien dat diëten met een lagere glykemische index kunnen zorgen voor een verbetering in HbA1c bij mensen met diabetes type 2 (MD: −0,5%; 95%CI: −0,6 tot −0,4 [-5,5 mmol/mol; 95%CI: -6,6 tot -4,4). Er was echter geen verschil in HbA1c met de controlediëten met veel graanvezel of veel tarwevezel[57].
- De meta-analyse van Wang (2015) van RCTs laat zien dat het HbA1c significant lager is bij het gebruik van voedingsmiddelen met een lage glykemische index in vergelijking met voedingsmiddelen met een hoge GI (SMD = −0,42; 95%CI: = −0,69 tot −0,16; P <0,01) bij mensen met diabetes type 1 en 2[58].
- Glykemische index/load en het risico op diabetes type 2De meta-analyse van Bhupathiraju (2014) geeft aan dat voedingspatronen met een hoge glykemische index (±57) geassocieerd zijn met een hoger risico op diabetes type 2 in vergelijking met een lage glykemische index (±49) (SHR: 1,13; 95%CI: 1,03 tot 1,24). Voor de glykemische load werd een vergelijkbaar verband gevonden (SHR voor een glykemische load van ±142 versus ±93: 1,11; 95%CI: 1,05 tot 1,17)[43].
- De meta-analyse van Livesey (2019) laat op basis van prospectieve cohortstudies zien dat een dieet met hoge glykemische index het risico op diabetes type 2 in cohortstudies vergroot (RR: 1,27 per 10 units GI; 95%CI: 1,15 tot 1,40; p<0,001). Een vergelijkbaar verband werd gevonden voor de glykemische load (RR: 1,26 per 80 gram per dag aan glykemische load in een 2000 kcal dieet; 95%CI: 1,15 tot 1,37)[42].
- De meta-analyse van Micha (2017) van RCTs en cohortstudies laat zien dat een dieet met hoge glykemische load in vergelijking met een dieet met lage glykemische load verband houdt met een hoger risico op diabetes type 2 (RR: 1,13; 95%CI: 1,08 tot 1,17; I2=26,4%)[44].