Uitgangsvraag
Wat zijn de doelstellingen van voedingstherapie bij diabetes?
Toelichting
Voedingstherapie bij diabetes heeft een aantal specifieke doelstellingen:
- voorkomen van voedingstekorten
Er moet worden gezorgd voor de inname van volwaardige voeding, met een zo klein mogelijk risico op tekorten [29]. Daarnaast moet de voeding en bloedglucose verlagende medicatie goed op elkaar worden afgestemd. In bijlage V is een overzicht te vinden van bloedglucoseverlagende medicatie met bijbehorende voedingsadviezen. - beperken van acute klachten van hypo- en hyperglykemie
- preventie of uitstel van diabetes gerelateerde complicaties
zoals hart- en vaatziekten, nefropathie, retinopathie- en neuropathie.
Voor kinderen met diabetes ligt de focus op het handhaven of optimaliseren van een goede groeicurve. - handhaven of optimaliseren van een gezond lichaamsgewicht
Voor volwassenen met diabetes gaat het om een BMI tussen de 18,5 -25 kg/m2.
Bij een BMI van ≥ 25 kg/m² is afvallen gewenst (5-15% gewichtsverlies).
Boven de 70 jaar is afvallen gewenst bij een BMI van > 30 kg/m2. - handhaven of optimaliseren van de systolische bloeddruk en lipidenprofiel
De streefwaarde voor de systolische bloeddruk voor mensen met diabetes onder de 70 jaar is < 140 mmHg [13].
De LDL-C-streefwaarde bij mensen met diabetes is < 2,6 mmol/l/. Bij mensen jonger dan zeventig jaar met hart- en/of vaatziekte is dit < 1,8 mmol/l [557].
In plaats van LDL-C kan ook het non-HDL-C worden gebruikt voor het monitoren van het effect van een cholesterolverlagende behandeling. Hierbij correspondeert een LDL-C van 1,8 en 2,6 mmol/l met een non-HDL-C van 2,6 en 3,4 mmol/l [557]. De overige lipidenfracties zijn geen behandeldoelen, met uitzondering van het voorkomen van sterk verhoogd triglyceridegehalte > 10 mmol/l [557]. - handhaven of optimaliseren van bloedglucosewaarden
Hiervoor worden de nuchtere bloedglucosespiegel, postprandiale glucosespiegel, HbA1c en Time in Range gebruikt.
Time in Range (TIR) staat voor het percentage van de gemeten glucosewaarden per periode dat de persoon met diabetes type 1 en 2 die werken met Continue Glucose Monitoring (CGM) of Flash Glucose Monitoring (FGM) in het doelgebied zit. Het doelgebied omvat bloedglucosewaarden tussen 3,9 mmol/l en 10,0 mmol/l.
In de tabellen staan de streefwaarden voor deze parameters voor mensen met diabetes type 1 en type 2 apart vermeld.
Tabel 8 Streefwaarden voor bloedglucosewaarden voor mensen met diabetes type 1
Uitkomstmaat | Streefwaarden voor diabetes type 1 | Bron |
Nuchtere bloedglucose spiegel | Tussen de 4,4 en 7,2 mmol/l | ADA [558] |
Postprandiale (2h) glucosespiegel | Onder de 10,0 mmol/l | ADA [558] |
HbA1c | ≤ 53 mmol/mol voor volwassenen en ≤ 58 mmol/mol voor kinderen. Let op: De leeftijd van de patiënt, de intensiteit van de diabetesbehandeling en de diabetesduur zijn de belangrijkste factoren die van invloed zijn op de HbA1c-streefwaarde. Verder zijn de aanwezigheid van comorbiditeit en complicaties en de ernst daarvan van belang alsook de wens van de patiënt met het oog op de haalbaarheid redenen om van deze richtlijnen af te wijken | ADA [558] |
Time in Range (TIR) | Minstens 70% van de tijd de bloedglucosewaarden tussen de 3,9 en 10 mmol/l. Daarnaast geldt een maximum van 4% per dag lager dan 3,9 mmol/l en minder dan 25% van de dag boven de 10 mmol/l [559] | Internationale consensus [559] |
Tabel 9 Streefwaarden voor bloedglucosewaarden voor mensen met diabetes type 2
Uitkomstmaat | Streefwaarden voor diabetes type 1 | Bron |
Nuchtere bloedglucose spiegel | Tussen de 4,5 en 8,0 mmol/l | NHG [13] |
Postprandiale (2h) glucosespiegel | Onder de 9,0 mmol/l | NHG [13] |
HbA1c | Individueel bepaald. De leeftijd van de patiënt, de intensiteit van de diabetesbehandeling en de diabetesduur zijn de belangrijkste factoren die van invloed zijn op de HbA1c-streefwaarde. Verder zijn de aanwezigheid van comorbiditeit en complicaties en de ernst daarvan van belang alsook de wens van de patiënt met het oog op de haalbaarheid redenen om van de richtlijnen af te wijken. Zie voor de waarden de meest recente NHG-standaard diabetes type 2 | NHG [13] |
Time in Range (TIR) | Minstens 70% van de tijd de bloedglucosewaarden tussen de 3,9 en 10 mmol/l. Daarnaast geldt een maximum van 1% per dag lager dan 3,0 mmol/l en minder dan 5% van de dag boven de 13,9 mmol/l | Internationale consensus [559] |