Uitgangsvraag
Wat zijn de voedingsadviezen bij diabetische gastroparese?
Aanbevelingen
- Verlaag de hoeveelheid voedingsvezels.
- Verlaag de hoeveelheid vet.
- Vet in vloeibare producten worden vaak wel getolereerd en kunnen gebruikt worden om de energie-inname te verhogen wanneer dat nodig is.
- Het verlagen van de hoeveelheid vet verder dan 30% van de energie-inname, levert waarschijnlijk geen voordeel op [478].
- Gebruik meerdere kleine maaltijden verspreid over de dag (6 maaltijden per dag).
- Gebruik voeding met een zachte consistentie (bijvoorbeeld gekookte groenten in plaats van rauw).
- Kauw de voeding goed en lang of gebruik voeding met kleine deeltjes die gemakkelijk gepureerd kan worden (<2mm).
- Gebruik vloeibare voeding in plaats van vaste voeding.
- Vaste voeding wordt ’s ochtends beter verdragen, wanneer de rest van de dag vloeibaar wordt gegeten.
- Producten met schil, velletjes en draden kunnen beter worden vermeden.
- Noten of volkorenbrood en slecht verteerbare producten kunnen beter niet worden gegeten. In gemalen vorm worden de producten soms wel getolereerd.
- Let op de inname van voldoende vocht, maar vermijd dranken met alcohol, cafeïne en koolzuur).
- Gebruik, bij onvoldoende inname, drink- of sondevoeding als aanvulling of vervanging.
- Bij sondevoeding kan het aanleggen van de sonde ná de maag soms klachten voorkomen.
- Stem de bloedglucoseverlagende medicatie anders af op voeding en maaltijden, bijvoorbeeld na de maaltijd kortwerkende insuline spuiten en/of een andere soort maaltijdinsuline gebruiken.
- Eet en drink rechtop zittend.
Toelichting
Bij mensen met diabetes die neuropathie hebben, kunnen de zenuwen naar de maag minder goed gaan functioneren. Dit kan leiden tot een verstoorde maaglediging, oftewel gastroparese. Bij deze maagaandoening wordt het voedsel langzamer verteerd, doordat de maagspieren niet goed werken en de maag niet normaal kan worden geleegd. Het wordt ook wel vertraagde maaglediging genoemd en kan zorgen voor buikpijn, misselijkheid en braken.
De vertraagde maaglediging kan het moeilijk maken om de bloedglucosespiegel onder controle te houden. Zo kan het langer duren voordat orale (diabetes)medicatie wordt opgenomen, maar ook voeding blijft langer in de maag waardoor de insulinerespons kan veranderen en bijvoorbeeld kan zorgen voor onverwachte dalingen in bloedglucosespiegel [29]. Omdat een hoge bloedglucosespiegel bij mensen met diabetes is geassocieerd met een vertraagde maaglediging, kan dit elkaar versterken [29]. Daarnaast kan gebruikte medicatie, waaronder GLP-1 agonisten, de maaglediging remmen en de gastroparese versterken [473].
De behandeling van diabetische gastroparese
Gastroparese compliceert de insulinetherapie bij mensen met diabetes type 1, omdat de toegediende insuline vaak eerder in het bloed komt dan de glucose uit de maaltijd. Het kan voorkomen dat er na een maaltijd hypoglykemie ontstaat en vele uren laten een te hoge bloedglucosespiegel. Het later toedienen van de maaltijd gebonden insulinebolus kan helpen om de bloedglucosespiegel stabieler te houden.
De behandeling van gastroparese is voornamelijk gericht op het verminderen van de symptomen, het voorkomen van voedingsdeficiënties en het stabiliseren van de bloedglucosespiegel. Door de voeding aan te passen kunnen veel klachten worden verminderd.
Voedingsadviezen bij gastroparese en diabetes
Producten die de leging van de maag vertragen, kunnen beter worden vermeden. Het gaat dan om vetrijke producten of producten die veel vezels bevatten. Het kan helpen vaker op de dag kleine hoeveelheden te eten [474], of om vloeibare maaltijden te gebruiken zoals soepen en smoothies [475]. Daarnaast is het belangrijk om vaste voeding goed en lang te kauwen, zodat het in niet al te grote stukken in de maag aankomt [476]. Soms lukt het niet om voldoende voedingsstoffen, binnen te krijgen. Dan kan drink- of sondevoeding nodig zijn.