Uitgangsvraag
Welke gesprekstechnieken kunnen toegepast worden in de voedingstherapie bij diabetes?
Toelichting
De diabeteszorgverlener of overige professionals betrokken bij de diabeteszorg, zoals de leefstijlcoach, ondersteunt de persoon met (verhoogd risico op) diabetes bij het managen van de gedragingen die de gezondheidsuitkomsten bepalen. Voeding is een van deze gedragingen. De zorgverlener heeft kennis van verschillende theoretische modellen en strategieën op het gebied van zelfmanagement(educatie). Het is noodzakelijk dat een goede training gevolgd wordt voor het uitvoeren van gesprekstechnieken, en dat de methode juist wordt toegepast in de praktijk.
Positieve Gezondheid
Alle gesprekstechnieken hebben als doel om de persoon met diabetes op een juiste en passende manier te begeleiden. In het kader van persoonsgerichte diabeteszorg speelt het gedachtegoed van Positieve Gezondheid hierin een centrale rol [565]. Met Positieve Gezondheid verplaatst de focus van de behandeling zich van zorg en ziekte naar gedrag en gezondheid, met aandacht voor lichaamsfuncties, mentale functies en beleving, een spirituele/existentiële dimensie, kwaliteit van leven, sociaal-maatschappelijke participatie en dagelijks functioneren [565].
Diverse gesprekstechnieken
Er zijn diverse gesprekstechnieken en methoden, zoals het 5A-model, Health Counseling en motiverende gespreksvoering (Motivational Interviewing). Veel diabeteszorgverleners in Nederland maken gebruik van motiverende gespreksvoering. Leefstijlcoaches gebruiken het GROW (Goal-Reality-Options-Will) coaching model [566], waar motiverende gespreksvoering ook weer in terug komt.
Er bestaat geen gesprekstechniek voor voedingstherapie die ideaal is voor iedereen. In elk geval is het van belang om realistische doelen te stellen. De NHG-zorgmodule leefstijl beschrijft dat kleine stapjes en herhaling hierbij belangrijk zijn [567].
5A-model
Het 5A-model is ontworpen om zorgverleners te helpen zelfmanagementondersteuning in te passen in de zorg. Hierbij staan Achterhalen, Adviseren, Afspreken, Assisteren en Arrangeren centraal. De zorgverlener vraagt de cliënt naar ervaringen, spiegelt die aan de eigen beoordeling van het verloop van de ziekte, weegt samen af wat de beste aanpak is en maakt afspraken over wie wat gaat doen, en welke assistentie daarbij geboden kan worden en door wie. Tenslotte regelt de zorgverlener continuïteit in de ondersteuning tot het volgende contact [568].
Health Counseling
Deze methode is gebaseerd op sociaalpsychologische en cognitief gedragsmatige theorieën. Het is een systematische methode om leefstijladviezen af te stemmen op de specifieke situatie van de patiënt en gericht op de begeleiding van de deelnemer met als doel hem te motiveren en gestelde doelen ook daadwerkelijk uit te voeren en vol te houden. In de voorbereidende fase wordt gewerkt aan bewustwording, afweging en besluitvorming. In de tweede fase, uitvoering van het advies, wordt aan de gedragsverandering gewerkt. Tijdens de fase ‘nazorg’ ligt de focus op gedragsbehoud en preventie van terugval [569].
Motiverende gespreksvoering
Een recente systematische review van RCTs laat zien dat motiverende gespreksvoering een effectieve strategie kan zijn om het eetpatroon van mensen met diabetes type 2 aan te passen [570]. Hoewel er geen klinisch relevante verbetering in cholesterolparameters of buikomvang werden gevonden, verbeterde het eetpatroon, de glykemische controle en het BMI van de proefpersonen in de meegenomen studies [570].
Cognitieve gedragstherapie
Naast motiverende gespreksvoering kan cognitieve gedragstherapie mensen met diabetes helpen om diabetesregulatie te verbeteren en angst en depressie te verminderen, ongeacht het type diabetes [571, 572]. Bij mensen met overgewicht kan cognitieve gedragstherapie een hulpmiddel zijn om de voedingsinname te verbeteren en zo gewicht te verliezen [573]. De resultaten bij mensen met diabetes type 2 en overgewicht zijn minder overtuigend [573]. Bij mensen met diabetes type 1 helpt cognitieve gedragstherapie ook om vermoeidheidsklachten te verminderen [574]. Het is onduidelijk of cognitieve gedragstherapie de kwaliteit van leven verbetert [571].
Psychologische interventies
Een Cochrane Review uit 2019 vat het bewijs voor verschillende psychologische interventies voor mensen met diabetes samen [575]. Hierin komen cognitieve gedragstherapie en motiverende gespreksvoering voor, maar ook probleemoplossende therapie, multisysteem therapie, gezinstherapie en gedragsinterventies. Elk van deze interventies had positieve effecten op de mentale gesteldheid van volwassen en kinderen met diabetes. Er werd geen bewijs gevonden dat psychologische therapieën effect hadden op HbA1c [575].
Acceptance and Comitment Therapy (ACT)
Acceptance and Commitment Therapy (ACT) is een relatief nieuwe vorm van gedragstherapie die geschikt is voor verschillende problemen zoals angst, depressie, en psychose. ACT is erop gericht om de client te leren zich te richten op zaken die op directe wijze zijn te beïnvloeden, zoals hun eigen gedrag, in plaats van zaken die niet direct te beïnvloeden zijn, zoals emoties en gedachten. Er zijn een aantal RCTs die laten zien dat ACT voor mensen met diabetes type 1 en 2 effectief kan zijn in het verbeteren van het mentale welzijn, zelfzorg en HbA1c-waarden [576-579]. Of deze methode ook effectief kan worden toegepast om het voedingspatroon van mensen met diabetes te verbeteren is onduidelijk.
Gedeelde besluitvorming
Sommige onderzoeken laten zien dat een medische behandeling beter werkt wanneer de client kan meedenken over de behandeling [580]. Met gedeelde besluitvorming wordt de behandeling gebaseerd op klinisch bewijs en de voorkeuren van de patiënt. Gedeelde besluitvorming is gedefinieerd als een benadering waarbij behandelaren en patiënten samen beslissingen nemen, op basis van het beste beschikbare bewijs [581]. Uit een meta-analyse van observationele en experimentele onderzoeken bij mensen met diabetes type 2 blijkt dat het toepassen van gedeelde besluitvorming ertoe leidt dat mensen met diabetes meer kennis van de ziekte hebben en beter beslissingen kunnen nemen van besluiten [580]. Op basis van de geïncludeerde studies werd geen bewijs gevonden voor een verband met HbA1c [580].
Keuzehulpen
Om mensen wegwijs te maken bij het kiezen van een zorgaanbieder of behandeling zijn verschillende keuzehulpen beschikbaar. De informatie in deze keuzehulpen kan mensen helpen om het gesprek met een behandelaar voor te bereiden en de juiste vragen stellen. Dit maakt het makkelijker om samen te beslissen wat de best passende behandeling is.
Bestaande keuzehulpen zijn beschikbaar in de vorm van:
- Behandelkeuzehulpen: deze geven uitgebreid informatie over mogelijke behandelingen en de voor- en nadelen daarvan.
- Consultkaarten: dit zijn een schematisch overzichten van verschillende behandelingen, bijwerkingen en opties voor niet-behandelen.
- Patiëntinformatietools: die vertalen medische richtlijnen in begrijpelijke taal en zijn gemaakt door cliënten, patiënten en artsen samen.
- Vergelijkingshulpen: deze geven de mogelijkheid om de kwaliteit van zorgaanbieders met elkaar te vergelijken.