De eiwitinname bij kinderen dient afgestemd te worden op het individuele behandelplan. Als richtlijn kan daarvoor de aanbeveling volgens de ‘Richtlijnen goede voeding’ worden aangehouden [455]. Hierbij is er ongeveer evenveel ruimte voor plantaardige eiwitten als voor dierlijke eiwitten, ook voor kinderen.
In 2030 is het streven om 60% van de eiwitten uit plantaardige bronnen te halen en 40% uit dierlijke bronnen. Er is meer inzicht nodig in de praktische haalbaarheid om kinderen te laten eten volgens deze verhouding [602].
Voor kinderen met diabetes is er niet genoeg bewijs om een ideale hoeveelheid eiwit te adviseren voor het optimaliseren van glucosewaarden of het verbeteren van cardiovasculaire risicofactoren [594]. Bij micro-albuminurie en/of nierziekten is overleg met een zorgverlener die hierin gespecialiseerd is, cruciaal.